Testen van het leder
Soort, sortiment, dikte en nerfbeeld zijn belangrijke aspecten bij de kwaliteitsbepaling van leder. Van het grootste belang voor een lange gebruiksduur is echter de hechting en kwaliteit van de finish die later is aangebracht. Kwaliteitstesten op meubelleder zijn altijd gericht op de sterkte van de afwerklaag en op de duurzaamheid. DUX International kiest voor haar collectie te allen tijde voor leder dat veel aandacht krijgt bij alle facetten van de productie van het leder. Nadat het leder uit productie komt wordt het leder in de looierij uitvoerig getest op de sterkte van de hechting, buigsterkte, slijtweerstand en lichtechtheid. Pas dan wordt het leder vrijgegeven voor verkoop.
Hechting
De hechting van de afwerklaag wordt gemeten door met een bepaalde lijmsoort een kunststof strookje te plakken op het te testen leder. Op de trekbank wordt aan dit strookje getrokken en de kracht gemeten die nodig is om de toplaag van de onderlaag van het leder los te trekken. Deze kracht wordt uitgedrukt in Newton per centimeter. (1N = 100 gram). Voor een fijne volnerfkwaliteit stelt TNO de ondergrens ongeveer op 1,5N (vol-aniline, suède, nubuck). Een gedekverfde kwaliteit heeft minimaal 2N nodig (semi-aniline leder) en bij dikkere verflagen 3N (afgedekt leder). De kracht kan bij gedekverfd leder oplopen tot 10N. De huid is namelijk gecorrigeerd en dat geeft meer vezelstructuur en minder vet, wat de hechting bevordert. Voor splitleder, waarbij de kracht kan oplopen tot 30N, stelt TNO de ondergrens op 10N.
Slijtweerstand
De slijtweerstand van de finish wordt gemeten met een vilt, dat eenmaal droog, eenmaal bevochtigd met water en eenmaal bevochtigd met een zweetoplossing een bepaald aantal keren over het leder wordt gewreven (in Nederland respectievelijk 500, 200 en 100 keer, in andere landen liggen deze normen anders, bijvoorbeeld Duitsland: 500, 80, 50 keer).
Beschadiging en kleurverschil worden aangegeven op een schaal van 1 (sterke beschadiging, sterk kleurverschil) tot en met 5 (onbeschadigd, geen kleurverschil), waarbij volgens TNO de beoordeling 3-4 minimaal nodig is voor een acceptabele kwaliteit. Bij bepaalde verfstoffen moet wat betreft kleurverschil soms genoegen worden genomen met 3.
Buigsterkte
De buigsterkte wordt gemeten met behulp van een Ballyflexometer waarin een speciaal gevouwen stuk leder een bepaald aantal keer wordt gebogen (bij TNO 20.000 knikkingen). Het leder mag na de proef geen barstjes vertonen. Het gevolg van barstjes is immers dat er vuil en vocht onder de toplaag kan komen en dat de finish vervolgens kan gaan loslaten. Afhankelijk van de ondergrond wordt een kleine tolerantie in de beoordeling in acht genomen.
Lichtechtheid
De mate van lichtechtheid van leder wordt gemeten in een Xenotester en beoordeeld op een blauwschaal van 1 tot en met 8, waarbij 8 het hoogst haalbare is. Een aanvaardbare kwaliteit leder moet wat betreft lichtechtheid minimaal een 3 scoren.